Deelde ik vorige week nog enthousiast dat Bart en ik een weekje naar Albanië zouden gaan, nu zit ik, thuis, achter de pc mijn blog te typen. Dat betekent dat wij niet in Albanië zijn. Hoe dat komt en welke les ik hieruit gehaald heb, vertel ik in deze blog. Lees je mee?

Klaar voor de reis

Maandagochtend om half vijf ging de wekker. Niet dat ik veel geslapen had overigens, aangezien mijn schoonouders in ons bed sliepen en Bart en ik in ons ‘hok’ op de bank lagen. Dan hadden zij tenminste rust.

Om vijf uur waren we klaar voor vertrek, nadat we de kids nog even goedendag hadden gezegd. Ik vind dat altijd een momentje, maar goed, het hoort erbij. Broodjes klaar, tassen ingepakt (lees: rugzakje 😉).

Chaos bij vliegveld

De reis naar Brussel verliep voorspoedig en om iets voor zeven kwamen we aan bij de rotonde om af te draaien naar het vliegveld. Het was er super druk en we moesten aansluiten in de file. Volgens Bart was dit niet gebruikelijk, omdat het nooit zo druk was op dit punt. Dit kan niet goed zijn, zei hij nog.

Inderdaad, het wás ook niet goed. Politie stond op de rotonde om het verkeer te regelen. De afslag naar het vliegveld (en de parkeerplaats) was afgesloten. Mensen stonden met alarmlichten langs de weg, veel getoeter, mensen die verhaal gingen halen bij de agenten. Kortom, het was een chaos.

Wat nu?

Er was een staking van het securitypersoneel, dus we mochten niet verder. Waar we dan wel naartoe konden, werd niet gezegd. De agenten hadden verder geen informatie. We besloten de auto langs de weg in een parkeervak te zetten en met onze bagage naar de rotonde te lopen.

Al gauw werd duidelijk dat er die dag geen vluchten zouden vertrekken. Dat had de agent een paar minuten geleden bevestigd gekregen. Veel mensen liepen toch met hun bagage richting vertrekhal, maar net zoveel mensen kwamen weer terug. Wat nu?

Niet gaan

We stonden een tijdje besluiteloos bij de rotonde, ik checkte mijn telefoon voor meer nieuws. Op de site van Brussel Charleroi airport stond nog niet dat de vluchten gecanceld waren. Ergens voel je dan toch de drang om door te lopen, om in ieder geval te proberen in het vliegtuig te komen.

Na veel getwijfel zijn we terug gegaan naar de auto. Hij stond op een plek waarvan we niet echt het gevoel hadden dat ie daar veilig zou zijn. Wie weet zou hij compleet vernield of misschien zelfs gestolen zijn als we na een week terug zouden komen. Dat was geen optie wat ons betreft. We gingen dus niet.

Teleurstelling

Op de eerste plaats overheerst teleurstelling en frustratie. Waarom besloot het personeel om juist op deze dag hun werk neer te leggen? Hadden ze dat niet op een later moment kunnen doen, als wij veilig in Albanie zouden zijn, bijvoorbeeld?

Daarna volgt berusting. We kunnen er niets aan veranderen. Blijven hangen in boosheid en teleurstelling heeft geen enkele zin. Het maakt het alleen nog vervelender. Het is wat het is. Accepteren dat het niet door kan gaan, is het beste wat je kunt doen, al is dat niet makkelijk.

Tekenen

Toen we eenmaal op de terugweg waren en er met elkaar over praatten, kwamen we tot de conclusie dat het gewoon niet zo heeft mogen zijn. Dat klinkt misschien heel zweverig, maar toch voelden wij het allebei zo.

Er waren een aantal tekenen dat het niet voor ons bestemd was. Zo was de vlucht een poosje terug gewijzigd. In eerste instantie zouden we op zondag gevlogen zijn, nu op maandag. Bovendien had Nynke een heel naar voorgevoel. Ze vond het dan ook verschrikkelijk dat we weg gingen.

Niet dat ze er een verklaring voor had, het was gewoon een gevoel. En dan ook nog de staking, waardoor we het vliegveld niet op konden. Dat leek ons allemaal net even iets te toevallig. Wat nu als ‘iets’ ons blijkbaar niet op die vlucht wilde hebben?

Acceptatie

Oké, dat maakt niet dat het opeens goed is dat we niet konden gaan, maar het maakte het wel wat gemakkelijker. Wat nu nog restte, was het annuleren van de accommodaties, de huurauto en proberen om de tickets vergoed te krijgen.

Eenmaal thuis is Bart meteen aan het regelen gegaan. De meeste dingen zijn gelukt, de tickets vergoed of gecompenseerd krijgen nog niet. Daarmee is hij nog druk bezig. Bart kennende gaat hij net zo lang door tot hij tevreden is.

Een andere keer

We proberen het in het voorjaar nog een keer. Dat we naar Albanië willen, staat vast. Dat het een keer gaat lukken ook. Ook hierbij geldt: de aanhouder wint. Zo zie ik het maar. Bart heeft nog gekeken naar een alternatief, maar heeft niets gevonden.

Uiteindelijk ging hij de volgende dag werken. Da’s nog eens wat anders, hè? 😉
Tegen andere mensen zei ik gekscherend: ‘Ken je het verhaal van dat stel dat naar Albanië ging? Nee? Ik ook niet, want ze gingen niet…’ Heel flauw, maar het relativeert de boel wel.

Onze tijd komt nog wel. We gaan in december een weekje naar Jordanië en proberen het in het voorjaar gewoon opnieuw.
Conclusie: Soms lopen dingen anders dan verwacht (ik nam er deze week ook een podcastaflevering over op. Klik hier om deze te luisteren).