Hé, wat leuk dat je er weer bent om mijn verhalen te lezen. Echt tof!
Vorige keer schreef ik al een beetje over mezelf en waarom ik zo graag wil bloggen. Ik heb voordat ik begon met schrijven een heel andere carrière gehad. Ook daarover schreef ik in mijn vorige blog al wat.
Nu vraag je jezelf misschien af hoe iemand die eerst juf was, er toe komt om te gaan schrijven. Tja, dat is een proces dat erg lang heeft geduurd. Ik neem je graag even mee terug in de tijd…

Een meisjesdroom

1985: Toneelspelen, playbacken, optreden. Dingen doen om in de spotlights te staan. Ik geniet met volle teugen van het gevoel bekeken en bewonderd te worden. Om aandacht te krijgen. “Als ik later groot ben, word ik beroemd!” Die zin heb ik vaak gezegd en nog vaker gedacht. Hoe groot is echter de kans om beroemd te worden? Niet zo heel groot, toch? Bovendien kom ik uit een gezin met nuchtere ouders, die me wilden beschermen en het liefst van alles wilden dat ik gelukkig werd. “Ach, daar kun je je geld niet mee verdienen, meisje.” Nee, natuurlijk niet. Wat stom van me! Omdat ik weet dat ze het beste met me voorhebben en ik alles wat ze zeggen voor waar aanneem, geef ik mijn droom om beroemd te worden op. Oké, dan word ik juf. Ik besluit dan ter plekke om een carrière switch te maken; juffrouw.

Zal ik je een geheim verklappen? Ik had eigenlijk geen idee waarom. Gek hè? Hoe kun je zo stellig beslissen om iets te worden, als je niet eens weet waarom? Achteraf vind ik het zelf ook erg raar, maar op dat moment was het een logische gedachte en een beroep waar ik mijn geld zeker mee kon verdienen. Een nobel beroep ook.

Weet ik dan geen enkele reden te bedenken waarom ik juf wilde worden?
Ja, toch wel…Ik herinner me mijn lievelings juf, die een map vol stickervellen in haar bureau had liggen. Iedere keer als ze een werkje had nagekeken, koos ze een mooi stickervel uit en plakte er een op ieder werkje. Ze kon kiezen uit zoveel moois, dat wilde ik ook. Daarom oefende ik thuis uren op mijn kamertje aan mijn bureautje met het nakijken van rekensommen of dictees (die ik eerst zelf had gemaakt natuurlijk) en zette tientallen krullen met een rode pen, totdat ik de perfecte krul onder de knie had. Dat was leuk!

Mijn eerste kennismaking met kinderen

Goed, mijn basisschool advies was Havo en ik was de koning te rijk, want dat betekende dat ik na de Havo met de Pabo kon starten. Ik zette mijn eerste stappen om juf te worden. In 1993 begon ik op zeventien jarige leeftijd, nadat ik met goed gevolg de Havo had afgesloten, op de Pabo. Ik had een gezellige klas, leuke leraren en de opdrachten die ik moest maken, waren niet moeilijk en dus goed te doen. Alles leek van een leien dakje te gaan.

Natuurlijk hoorde bij al die geleerde en opgedane kennis ook het opdoen van ervaring tijdens zogenaamde stageperiodes. Ik keek er enorm naar uit. Hoe zou het zijn? Zouden de kinderen eigenlijk wel naar mij gaan luisteren? Kon ik hen iets leren? Veel vragen die in mijn hoofd rondspookten. Mijn eerste stageplek was op een kleine school in een nog kleiner kerkdorpje van de gemeente Deurne. Aangezien ik nog geen achttien was en niet gratis met het openbaar vervoer kon reizen, ging ik samen met een klasgenootje en toenmalige vriendin op de fiets. Vol verwachting, gezond gespannen en vooral heel nieuwsgierig.

Voldeed stage aan mijn verwachtingen?

En? Hoe was het? vraag je je af. Ik vond het geweldig, zei ik steeds tegen mezelf. Mijn klasgenoten waren laaiend enthousiast en bij iedereen verliep de stage super. Oké, ik vond het aandoenlijk dat de kinderen juffrouw tegen me zeiden, iets minder leuk was het dat ze mijn leeftijd op zestig schatten. Maar hé, dat zijn kinderen, hè? Dat kon je hen niet kwalijk nemen.

Mijn eerste ervaringen met stage waren dus overwegend positief. Toch? Was dat wel echt zo? Terug op de Pabo kregen we uitleg over praktijkopdrachten, die we vervolgens moesten uitwerken en in de praktijk moesten brengen tijdens de volgende stageperiode. Ik herinner me nog goed het fanatisme van enkele klasgenootjes; de een was nog ijverig dan de ander. Tijdens de volgende lessen schepten ze op over hoe ver ze al waren met hun opdracht en wat voor geweldige lessen het werden. Stelletje uitslovers dacht ik dan een beetje hatelijk. Doe normaal.

En ik? Ik stelde alles liever uit tot het laatste moment en zag op tegen al dat schrijfwerk en uitzoeken van ideeën en spulletjes. Was dit misschien een eerste waarschuwing? Dat het toch niet zo’n idyllisch beroep was als ik in mijn hoofd bedacht had?

In mijn volgende blog ga ik uitgebreider in op mijn getwijfel over het vak leerkracht. Ik hoop dan ook dat je er volgende keer weer bij bent.

Tot dan.

Liefs Ellen

p.s. Heb jij ook weleens getwijfeld over belangrijke keuzes in je leven? Vertel het in de reacties hieronder. Ik ben erg benieuwd (maar dat wist je al…)